zondag 10 april 2016

Martinique - Sint Maarten

Zaterdag 27 februari vertrokken naar Martinique met onze nieuwe bootje aan dek. We ankeren eind van de middag in een grote baai waar, schrik niet, zeker 300 schepen ten anker liggen. Het is een mooie baai en hij is groot genoeg maar toch. De volgende dag naar de wal en we zijn direct in Frankrijk. We lunchen lekker Frans aan het strand en we betalen in euro’s. Dan moet onze rubberboot natuurlijk gedoopt worden.  In Muiden, bij mijn zeilvereniging, wordt een rubberboot “pudding” genoemd, dus daar hebben we het ook altijd over. Nu is mijn nieuwe bootje toch een beetje te mooi om pudding te noemen, dus we hebben een chiquer klinkt alternatief: Royal Jelly, roepnaam Jelly. Sas heeft haar met champagne gedoopt, een mooie reden om het glas te heffen.

We vervolgen onze weg naar Le Marin een grote jachthaven met een heerlijk assortiment aan winkels met zeilspullen. We kopen er nog wat dingen voor het schip en een doordrukkoffiepot, de vorige die ook uit Frankrijk kwam, was bezweken. Vervolgens doen  we Fort de France aan, dat ons erg tegenviel. We moeten een beetje voortmaken, omdat Sas uit Guadeloupe terugvliegt en we tijd hebben verloren met het wachten op de levering van Jelly, dus we ankeren voor de nacht bij Dominica en zeilen door naar Des Haies op Guadeloupe om daar nog wat rond te kijken. Vandaar vertrekt Sas naar huis en vaar ik de volgende dag zondag 6 maart, alleen door naar Antigua. Ik vaar op met de Hullu Poro, met Lia en Remco, die ik al eerder op Lanzarote had ontmoet. Zij maken onderweg prachtige foto’s van mij, althans van Morning Glory. Het was een heerlijke tocht met een lastige aanloop van Nelson’s Dockyard.













Ik wist dat ik mijn startaccu moest vervangen en kon die in Antigua wat makkelijker kopen dan in Guadeloupe. Helaas had de start accu bedacht om de geest te geven vlak voor de aanloop van Antigua. Motor startte niet, ook niet met de lichtbatterijen erbij. Alle apparatuur sloeg af, kortsluiting.  Tja wat nu? Ik riep over de marifoon de Hullu Poro op, met de vraag of zij mij naar binnen wilden slepen, dat wilden ze, maar ze gingen even binnenkijken hoe het er uit zag. Al snel riepen ze me op dat het er vol was binnen en dat ze het liever niet deden. De jachthaven opgeroepen en al snel kwam er een boot naar buiten om me naar binnen te slepen. Het was maar goed ook, het was erg druk in de baai en ik moest naar de jachthaven omdat dat toch wat handiger leek, als ik met een accu moest slepen.  Ik kwam netjes te liggen tussen allerlei superjachten, dat zijn hele grote zeilschepen. Van de meeste schepen is hun bijboot groter dan mijn Morning Glory. Ik lag er prima. De volgende dag op zoek naar een nieuwe accu en een monteur wat  er was overduidelijk wat doorgebrand en ik kon het niet vinden. Enfin dat duurt allemaal lang, dat zal ik jullie besparen, maar donderdag was alles weer in orde. Ondertussen was ook Samantha met Fred en Lida in Antigua aangekomen, zij lagen voor anker in de baai. Zij hebben zich erg om mij bekommerd, ik heb terwijl ik alleen was vaak bij hen aan boord gegeten, erg gezellig. 

In Nelson’s Dockyard lag een roeiboot, een zeer zeewaardig type. Wat bleek Antigua was de finishplaats van de roeiwedstrijd uit La Gomera, een Canarisch eiland!! De start was op 15 december en het is nu 8 maart. De laatste boot zou waarschijnlijk vannacht binnenkomen. Nu weten wij hoe leuk het is als er mensen je toejuichen als je over de finish komt, of je de mensen nu kent of niet. Wij informeren hoe laat die boot ongeveer werd verwacht, kort na middernacht. De vraag was zullen we toch gaan slapen of op blijven, het was nog 8 mijl roeien, we zijn toch maar naar bed gegaan. Lida had haar wekker gezet en keek dan op de ais hoe ver het nog was. Ik had de marifoon naast me gelegd en om 0200 uur Lida aan de marifoon, ze zijn nog 1,5 mijl weg, kom je ons ophalen? Dus mijn kooi uit, bermuda en shirt aan en in de jelly gestapt met een zaklantaarn. Op naar de Samantha die in de baai vrijwel tegenover de finishboei voor anker lag. Eerst een kop koffie gedronken en naar de kaart en de ais gekeken nog ¾ mijl. Er was ook meer beweging aan de wal met lampen en pratende mensen, ze kwamen dichterbij. Het grote zoeklicht van de twee reddingboten van Antigua die de roeiboot begeleidde verscheen op het water, wij in de jelly en op naar de roeiboot. Er zaten twee mannen in. Eén roeide, met zeer trage en vermoeide slagen zijn allerlaatste halen en getoeter over de finish na 80 dagen, 12 uur en 23 minuten (of zo iets). Fred had 2 flares meegenomen en stak die af, wat waren die mannen blij. Het was erg leuk om bij te zijn. Hij roeide nog zo’n 600 meter naar de kant, waar behalve van de organisatie nog zo’n 50 mensen op de kant stonden het was inmiddels 03.30 uur. Roeiboot aangelegd en de twee Engelsmannen stappen uit, of liever wankelde uit, ze hadden in het begin grote moeite om te blijven staan. Ze zagen er behoorlijk moe uit. Ze werden toegesproken en er volgde een tv interview, ze waren de allerlaatsten.



Het bleek dat de roeier die ook daadwerkelijk over de finish roeide alleen was vertrokken, maar zoveel problemen had en erg zeeziek was en bleef dat de organisatie een roeier bij hem aan boord had gezet na 4 weken. Daarmee was hij direct gediskwalificeerd, maar hij moest en zou die oceaan over roeien, dus ze roeiden om en om. De man bleek een extreme sporter te zijn, hij had marathons op de Noord- en de Zuidpool gelopen en meer van dat soort dingen,  maar nog nooit geroeid. Ik weet het, de beste stuurlui/ roeiers staan aan wal, maar Fred en ik vonden dat hij nog wel een lesje roeien kon gebruiken!!

Van Antigua zeil ik naar Nevis, ook de Samantha vaart die kant uit. Dus ’s avonds weer gezellig bij hen aan boord gegeten. Zaterdag 12 maart komt mijn vriendin en oud collega Ellen de Ranitz aan boord. Ik pik haar op met de jelly in de haven, zij kwam met de ferry uit St Kitts. Het is altijd weer spannend voor een nieuwkomer om met je tas in de jelly te stappen de haven uit de varen en dan maar af te wachten waar je heen gaat. Een leuk begin. We verkennen met een taxi het eiland en zien een paar prachtig gerestaureerde oude plantages en met name de huizen zijn meestal omgetoverd in een hotel met een prettig restaurant. We vermaken ons prima ook aan boord, boekje lezen, beetje zwemmen. Het is wel onrustig liggen, het golft nogal en Ellen’s maag is er nog niet op ingesteld. Op een pil na kan ik er weinig aan doen,  het went (meestal).

Wat is de natuur toch mooi.

Van Nevis varen we naar Sint Eustatius, een Nederlandse gemeente. Er is bijna niets Nederlands aan St Eustatius, ja er waait een Nederlandse vlag en naast het bord Customs staat Douane, maar dan heb je het wel bijna gehad. Ze spreken er Engels en je betaalt er met US dollars. Wel zijn er duidelijke Nederlandse dingen te zien. Er zijn huizen die onmiskenbaar met Nederlandse stenen zijn gebouwd, die stenen werden als ballast gebruikt door de VOC schepen op de heen weg naar de west. Het Oranje fort heeft ook duidelijke Nederlandse kenmerken en aan de straatnamen kan je het zien. Er is een leuk museum, met veel tekeningen en verhalen over de Nederlandse geschiedenis en uiteraard de slavernij. Er wonen ca. 4000 mensen op St Eustatius, ook dit is een vulkanisch eiland. Ik beklim met Fred een van de “bergen” Mount Quill, afgeleid van het woord kuil, de krater.
Uitzicht vanaf de kraterrand

Museum in St Eustatius

Helaas wordt Ellen door een telefoontje van een van haar zusjes teruggeroepen naar Nederland. Haar Moeder (94) maakt het heel slecht. Met behulp van de ANWB alarmcentrale is Ellen gelukkig op tijd terug om afscheid van haar Moeder te nemen.

Huisje bij het Fort Oranje.




























Ik ben dus weer solozeiler, omdat de volgende crew pas volgende week aan boord komt in St Kitts. Ik blijf nog een paar dagen op St Eustatius en zeil dan terug naar St Kitts alwaar ik ’s avonds Lijs Derks en Loes Beukers van het vliegveld ophaal. Wederom twee Leidse vriendinnen. Lijs is getrouwd met Jan Derks, die al vaker met mij mee heeft gevaren, dus Lijs kan wel een beetje varen en Loes heeft alleen fokkemaat ervaring op een Fries meer. We zullen zien!!
We kijken eerst natuurlijk rond op St Kitts en varen dan weer naar Nevis, waar ik min of meer het zelfde rondje doen met  dezelfde taxichauffeur. Ook is het goede vrijdag en “schalt” de Mattheus door de kuip terwijl we zwemmen en eieren versieren met plakplaatjes. Het paasontbijt vindt plaats in stralende zon met veel wind dus het tafelkleed moet worden vastgeplakt. Het mag de pret niet drukken.




Het blijft maar hard waaien met af en toe een flinke regenbui. Het waait me iets te hard om mijn niet zo ervaring bemanning bloot te stellen aan de Caribische Zee met dito golven, we wachten nog een dag.

Maar dan gaan we toch weer richting St Eustatius en vervolgens naar Sint Maarten. Een pilletje hier en daar doen wonderen. Als we onder de redelijke beschutting van St Eustatius uitkomen komen de golven echt door. Het is even wennen voor mijn bemanning, als ik tenslotte naar binnen ga om brood te bakken, komt dat mijn bemanning wat vreemd over. Wie gaat er met zulke golven nu naar binnen, moet er niet op het roer gelet worden? Het schip stuurt zich zelf met behulp van de Aries en die ken ik nu zo goed, dat ik weet dat dat prima gaat, maar het ziet er mogelijk wat vreemd uit om niet achter het roer te staan. Na verloop van tijd blijkt toch dat het prima gaat! En is brood bakken kennelijk een teken van vertrouwen.

Fort op St Kitts 
Woensdag 30 maart meren we af in de jachthaven in Simpson Bay. We komen in eens in een andere, mondaine wereld terecht. Veel toeristen, veel winkels, veel restaurants, veel hele grote schepen. Ik vind de overgang soms wel erg groot. We vermaken ons nog een paar dagen op St Maarten, huren een auto en rijden rond het eiland, deels Frans, deels Nederlands. Het Franse deel is ook echt Frans, met Franse nummerborden en de bewegwijzering, ze betalen met Euro’s, spreken Frans, hoewel ook veel Engels. Zo niet het Nederlandse deel. Ja er is een Nederlandse bascule brug voor de toegang naar de Lagoon, er hangt hier en daar een Nederlandse vlag, maar ze spreken Engels, je betaalt in US Dollars en de nummerborden zijn zeker niet Nederlands. Kortom, ik weet niet goed wat hier Nederlands is.

We zien Willem en Erica Recourt, ook vrienden uit Muiden en ik ben met hen in 2001 aan boord van Kim van St Maarten mee naar Muiden gevaren. Willem en Erica zijn hier met dochter en schoonzoon en 2 kleinkinderen 2 weken met vakantie. Leuk om iedereen weer te zien, bovendien helpt Willem mij met de aanschaf en vooral het vervoer van een buitenboord motor. De oude heeft het dus net als het bootje begeven. Jelly heeft dus een nieuw 5 pk Nissan motortje achterop zitten. Het vaart als een speer, ze planeert zelfs als ik genoeg naar voren zit. We eten met zijn allen bij Karakter, een gezellige strandtent met hoe kan het ook anders, een Nederlandse eigenaar.
En dan gaan Loes en Lijs weer op huis aan, een ervaring rijker. En wat hebben we veel gelachen, het was echt reuze gezellig.

Weer een douanekantoor. Hoeveel keer heb ik
die formulieren nu al ingevuld??











Ik kijk nu uit naar de komst van Sas dinsdag, voor 2 weken en op 27 april, mooie datum! komt mijn oversteek bemanning. Mattijn Hartemink mijn kluscollega met een (zeil) vriend Thomas Pollmann.

Mattijn, heb ik “op straat gevonden”, maar daar over later meer.







Dan nog even een nabrander. Ik heb op verzoek van het digitale zeilmagazine Zilt, een artikel geschreven over…. inderdaad mijn gebroken stuurkabel. Voor de geïnteresseerde lezer de link:
https://issuu.com/ziltmagazine/docs/zilt119/92
of gewoon Zilt nr 119 downloaden.

zaterdag 9 april 2016

Grenada - St Lucia

Zoals gezegd, een viertal vriendinnen uit mijn jaarclub (Spadille 1972) had de stoute schoenen aangetrokken en kwamen naar Grenada. Het zijn niet allemaal zeilers, dus zij verbleven verstandig, in een airbnb, een 10 minuten rijden van de haven. Het weerzien was natuurlijk erg leuk. We brachten een paar dagen door op Grenada, het Spice eiland. We hebben cacao, kaneel, kruidnagels, nootmuskaat zien groeien, althans in de natuur bekeken. Erg leuk om te zien. We bezochten een rumstokerij, die stillag, omdat een belangrijk stuk machinerie, het had begeven en tot nu toe niemand in staat bleek het te repareren. Het was geloof ik 100 jaar oud. We zagen veel vrouwen nootmuskaat bollen sorteren. We dachten dat het daar nog met de hand gebeurde, omdat het leuk voor de toerist was, maar het bleek overal op Grenada nog met de hand te gaan. Bijna niet te geloven.




Nootmuskaat fabriek, controleren en sorteren


Cacao

































We zeilden ook een middag en doken in het azuurblauwe water. Dat blijft toch iedere keer weer een feest, water van 28 graden. Ik heb een douche in de kuip gemaakt, een slang van de kraan naar de kuip doet wonderen. En wel zo fijn om het zout van je lijf te spoelen.

Na 5 dagen gingen Henriette en Margreet terug naar Curacao en Mariette en Titia scheepten in om mee te varen naar St. Lucia. We zeilden in dagtochten via Cariacou en Mustique naar Marigot Bay. Mustique is bekend vanwege de beroemdheden die er een tweede huis hebben. Ik was in 1985 al een keertje op Mustique. Basils Bar was toen een hutje op het eind van de steiger. Je kon het eiland rondlopen en langs de huizen en hun landerijen. Ik had verteld, dat mij nog zeer duidelijk voor de geest stond een verkeersbord met een vliegtuig erop met de aanwijzing kijk uit voor je de landings/ startbaan oversteekt. Ik wilde dat natuurlijk aan Titia en Mariette laten zien. Nou niks ervan, er bleek erg veel veranderd, in 30 jaar. Teneerste is Basils Bar 6x zo groot, de prijzen hoog, veel straten afgesloten dwz er staan overal borden waarop staat: No entry, Private property. Helaas was de landingsbaan dus niet te bereiken. Ik zal terug in Amsterdam de foto uit mijn album moeten laten zien om te bewijzen, dat het echt zo open was.

Het bezoek aan de "supermarkt" was ook bijzonder. Ik heb er al velen bezocht. Ze hebben meestal de gebruikelijke dingen die je in zo'n kleine winkel verwacht. Zo niet in het winkeltje in Mustique. Daar lag in ruime hoeveelheden het hele assortiment van de Nespresso cups, evenals de blikken Illy koffie, natuurlijk met en zonder cafeïne. De kroon spande het drankenvak. Ik heb nog nooit zoveel merken en maten flessen champagne bij elkaar gezien. Over de prijzen hoef ik het al helemaal niet te hebben.

We lagen aan een mooring, de dockmaster kwam langs om mooringgeld te innen. Wat dacht je wat
$ 75 en nee niet EC (East Caribean) dollars, maar US. Vrij pittig. Ik zei daar wat over, waarop hij zei, de tweede en derde nacht zijn gratis. Tja dat is ook een manier. Echter wij "moesten" verder. Op naar St. Vincent, alwaar we aanlegden in de baai, waar de Pirates of the Caribean was opgenomen.
Heel hinderlijk zijn the boatboys, ze varen je buiten al tegemoet en vragen zeer dwingend of je hun hulp nodig hebt met aanleggen aan de mooring of het uitbrengen van een extra anker. Ik wil dat nooit, want ik kan het zelf en heb geen zin in die boatboys. Nu dat is erg moeilijk. Je vaart naar de mooring en ze liggen klaar met de lus waar je lijn doorheen moet, dus hoe kom je van ze af. Je pakt hem tenslotte aan en dan vragen ze 30 EC. Ik zeg dat je in Nederland mekaar gewoon helpt en niet overal geld voor vraagt. Nu begrijp ik ook wel dat ze geld moeten verdienen, maar ik vind € 1,00 wel genoeg voor het aangeven van een lus. Enfin het is altijd gedoe, vervelend gedoe. Ze bestoken mekaar onderling ook, als je er buiten op zee eentje hebt geweigerd en je pakt dan de lus van een andere vent aan, dan wordt het een enorme scheldpartij, onderling, maar ook tegen mij omdat ik de ene af wees en wel de ander accepteerde. Ik had het eerst niet in de gaten, die mannen lijken ook allemaal op elkaar. Rafelige korte broek, vaal shirt en ze zijn bruin allemaal.  Hetzelfde gebeurde in Marigot Bay. Daar maakten ze het nog bonter, zodra het licht wordt rond 06.30 uur varen ze langs kloppen aan je schip roepen dat ze vers brood hebben, of vruchten enz. Ik gaf nooit antwoord, maar ze komen gewoon om het kwartier terug. Toen ik in overvalst Nederlands riep dat ze moesten opsodemieteren, verdwenen ze.

In Marigot hebben Tiets en Mariette mij weer verlaten, hun plichten roepen. Ik ben een paar dagen alleen, tot Sas weer komt. Inmiddels heb ik Fred Duin en Lida Eppinga ontmoet, met hun Samantha, mensen die ik uit de zeilerij en vooral Muiden ken. Ik wist dat ze in de buurt zouden zijn, ze hadden me gemaild met de vraag waar of ik uithing. En ineens bleken we in dezelfde baai te liggen. Gezellig natuurlijk. Zij verwachten Renee Meinders en Joost Geise, die ik ook al jaren ken uit Muiden. Het werd dus onverwachts toch nog heel gezellig terwijl ik alleen aan boord ben. Inmiddels had ik een toch onoplosbaar probleem met mijn "pudding", oftewel rubberbootje. Stapte Piet Heijn in Suriname door de bodem heen, althans de lijm liet los. Had ik het geplakt met door Saskia meegebrachte 2 componenten PVC lijm, bleek het toch niet goed te houden en kreeg ik zelf water in de tubes. In Rodney Bay bleek een dinghy reparateur te zitten. Tja mevrouw na 20 jaar is een dinghy zelfs een Zodiac aan het einde van zijn leven. Niet te repareren, dus een nieuwe besteld, het is donderdag, maandag komt er een nieuwe zending met 7 dinghy's in verschillende maten binnen. Ik kies een kleintje uit zo iets als ik al had. En toen begon het bekende gezeur, het was maandag independence day, dus alles dicht ook de douane, want hij moet worden ingeklaard, dinsdag dan maar, lang verhaal kort. Vrijdagmiddag om 16.00 uur belde de man bij wie ik de dinghy had gekocht op. Nee het was niet gelukt, het wordt maandag. Ik ontplofte aan de telefoon, ik zei dat ik het niet accepteerde en meer van dat soort tekst. Ik vertelde naar waarheid dat ik iemand aan booord had die nu alleen nog maar St Lucia had kunnen zien en dat we maar in een haven lagen, omdat je zonder dinghy geen kant uit kan natuurlijk. Kortom mijn getoeter resulteerde in zijn aanbod om morgen, zaterdag een andere dinghy te krijgen, althans te kopen met een aluminium bodem, terwijl ik er eentje had gekocht met een opblaasbare bodem is iets makkelijker te hanteren aan boord. Goed wij dat ding bekeken en hem genomen, konden we tenminste weg. Ik ben er ook blij mee, hij is toch beter en de handigheid om hem aan dek te hijsen en om te keren enz heb ik inmiddels ook. Wij blij op weg richting Guadeloupe, maar eerst naar Martinique.

Wordt echt spoedig vervolgd. Ik heb moeite met het vinden van goed internet. De foto's willen al helemaal niet.







Mariette en Titia

Joost ab Samantha