zondag 26 juni 2016

Azoren

 Op maandag 6 juni komt Saskia aan. Het is vandaag dikke mist, of misschien zijn het erg laag hangende wolken. In ieder geval is de taxichauffeur met wie ik een afspraak maak om naar het vliegveld te rijden om Saskia op te halen om 16.30 niet erg optimistisch. Hij denkt dat er vandaag geen vliegtuig kan landen. En inderdaad meld Saskia zich per sms, het vliegtuig dat uit Lissabon vertrekt heeft een uur vertraging, even later het volgende smsje, nog een half uur erbij. Tenslotte belt ze op het vliegtuig vertrekt vandaag helemaal niet. Vliegveld in Horta is dicht. Ik snap het want ik zie niet een de kerktoren vlakbij de haven. Enfin 24 uur later ga ik naar het vliegveld met de taxi chauffeur van gisteren Sas ophalen. Erg fijn natuurlijk. Aan boord geïnstalleerd en op naar een van de restaurants om bij te praten en lekker te eten.

De volgende dag heb ik dan toch een whalewatch excursie geboekt. Hoewel ik ze mogelijk ook vanaf Morning Glory kan zien is zo'n tocht met een stoere rubberboot met plaats voor 12 mensen misschien toch ook wel leuk. Aldus geschiedde. Op tijd op en met laarzen aan en ons zeilpak in de tas op naar de whalewatch, samen met Martien en Janny van de Double Dutch. Eerst krijgen we een inleiding over de walvissen  en dolfijnen die hier rondzwemmen danwel op doortocht zijn naar het Noorden. Het is een leuk verhaal vertelt door een enthousiaste bioloog. We horen over walvissen met baleinen en met tanden en het hoe en waarom en nog veel meer interessante dingen. Na een klein half uur schepen we in. We blijken maar met z'n tienen te zijn, wel zo fijn we kunnen een beetje wisselen van plaats. Vlak voor we weggingen heeft onze organisatie contact met de "lookout". Het gaat eigenlijk nog net als vroeger toen er nog walvissen mochten worden gevangen. De "lookout" spot een walvis en meldt dat nu aan de whalewatch organisatie, vroeger aan de walvisvangers. Er zijn er 2 gespot dus we gaan op weg. Met 22 knopen varen we richting Pico, waar ze zijn gezien. Gaandeweg de vaart er heen krijgen we toch een dubbel gevoel. Er varen nog 3 van die ribs naar de aangegeven plaats waar de walvissen zijn gezien. Er klopt toch iets niet. Wij vissen kijken, niet te dicht bij komen, maar toch.
We zien inderdaad twee walvissen, althans we zien ze spuiten en zien hun rugvin, maar geen spectaculaire staarten. Ook zien we dolfijnen. Mogelijk ben ik toch al te veel verwend met dolfijnen, want echt spannend vind ik het niet. Hoewel ik nu nog geen walvissen heb gezien, vond ik het niet erg interessant als ik eerlijk ben. Ik heb ze vaker gezien, het is spectaculair zeker als ze "springen" en ze echt uit het water komen. Nu ja het was toch een leuke ervaring. Terug naar Faial.


Tja dit is een walvis in de verte








































De dagen erop kijken we nog wat verder rond in Horta, voor Saskia is het tenslotte allemaal nog onbekend terrein. Helaas blijft dat ook zo, want het weer houdt niet over. Het miezert of regent en de wolken hangen erg laag. Dus een auto huren heeft weinig zin, want het eiland is bedekt door veel laaghangende bewolking. Het is jammer.

Tot dat ik Mies van Olphen maar eens bel om te zeggen dat we binnenkort graag naar São Jorge willen komen, waarop Mies zegt:"hier schijnt de zon, waarom komen jullie niet vandaag, het is maar 22 mijl". Dat horende besluiten we om maar zo snel mogelijk te gaan. Dus afrekenen, uitklaren en de andere gebruikelijke autoriteiten bezoeken en weg zijn we.

Zaterdag 11 juni einde van de middag varen we de haven van Velas binnen. Adriaan van Olphen heeft een plaatsje voor ons gereserveerd in de vrij kleine haven. We meren af en gaan direct op verkenning. Velas is een klein vriendelijk stadje, met overal internet op straat en in het parkje en op het dorpsplein. De redenering van het stadsbestuur is dat het voor iedereen mogelijk moet zijn om van internet gebruik te maken, zelfs als je het niet kan betalen. Ga dan maar met je laptop in het park zitten. Aardige gedachte.

Parkje met prachtig muziektentje in Velas

Mijn telefoon gaat Mies en Adriaan komen er aan. We strijken neer in Clube Naval en drinken een glas en eten een hapje vis. Zondag rijden Adriaan en Mies ons rond over "hun" eiland. Het is prachtig, het is groen, het is heuvelachtig en schilderachtig en de mensen zijn o zo vriendelijk. Er is kennelijk een katholieke feestdag. De straten worden versierd met bloemblaadjes.




We drinken koffie bij het allerbeste koffietentje van São Jorge, de eigenaar verbouwt zijn eigen koffiebonen.

Koffiebonen

Koffie bonen worden gedroogd op de warme stenen en af en toe gekeerd



































De dagen erna doen we nog wat klussen aan boord en we maken een schitterende wandeling met Mies en Adriaan. We lunchen in een heel leuk restaurantje, waarvan je je afvraagt hoe ze overleven als je met z'n vieren lunched voor € 24,00. Zonder drank want we moesten nog flink klimmen.




Mistige wandeling met Mies van Olphen

Prachtige wandeling langs de kust

Uitzicht op de haven van Velas


Op woensdag vertrekken we naar Terceira, een prachtige zeildag met goede wind en een zonnetje. We meren rond 17.00 uur af in de haven van Angra do Heroismo, wat een prachtige naam voor een prachtige stad. De stad staat op de wereld erfgoed lijst van Unesco en dat is goed te zien en heel terecht.

Wandelend langs de kade naar de stad Angra do Heroismo

We huren een brommer en rijden een deel van het eiland rond.  




Het is zeer de moeite waard. We zien erg veel kerken en heel veel heilige geest huisjes.
Heilige geest huisje

Heilige geest huisje
Een van de vele kerken







Ook schildert men zijn huizen hier in alle mogelijke kleuren. Het is een vrolijk gezicht.





Ook zien we in São Mateus in een klein museum nog 3 whalers liggen, ze zijn prachtig gerestaureerd.


In Angra is een zomerfestival gestart. We maken van alles mee, diverse optochten, muziek en theater op straat. Ook is er een evenement met een stier, maar daar gaan we niet heen, hoewel we weten dat de stier het overleeft, maar toch heeft dit niet onze voorkeur. We spenderen vele uren met het doorkruisen van de stad, er is veel te zien, de sfeer is erg goed, we vermaken ons prima. Er bestaan hier nog winkels, die wij in NL niet meer kennen, noch qua assortiment, noch qua inrichting.
Te koop: port, hondenvoer, granen, hamers en bezems. Kortom een winkel van Sinkel.

Het kantoor met veel herinneringen van de handel van de Grootvader van de eigenaar.

 

In Angra do Heroimo hebben we dagen rondgeslenterd, er is zo veel te zien. Men heeft hier nog amper uithangborden, Je moet dus als je een open deur zit naar binnenkijken of naar binnengaan om te zien wat voor winkel het is. Je wordt vaak erg verrast. En het is een verademing om niet al die schreeuwende uithangborden te zien. De stad heeft ook diverse prachtig aangelegde kleine parkjes.


We lagen hier in Terceira, met 3 NL schepen, Lovis en Double Dutch. We hebben afscheid genomen van de Lovis, die vertrekt naar Cork om via het Caledonian Kanaal terug naar NL te varen. Double Dutch ligt hier nog en we varen samen naar Sao Miguel. Het is een kleine 100 mijl varen, dus we vertrekken om 14.00 's middags om in de ochtend, dus bij daglicht aan te komen. We varen echter zo snel, dat we varend langs de kust de laatste 10 mijl de fok inrollen om vaart te minderen, het is nog donker. Om 07.00 varen we de haven van Ponta Delgada binnen. Ik ben benieuwd hoe het er hier nu uitziet. In 1984 was hier de finish van de Mid Atlantic, een wedstrijd van Rotterdam naar Ponta Delgada. Ik zeilde toen met de Hestia deze wedstrijd en herinner me nog goed dat we ongeveer 24 uur vlak voor de finish hebben liggen dobberen, geen wind. Dit tot "wanhoop" van het finish comité, dat ieder schip dat finishte met een bootje tegemoet voer en dus eindeloos op ons hebben zitten wachten.

Saskia en ik gaan het eiland verkennen en misschien nog een ander haventje opzoeken. Op 8 juli vliegt Saskia terug naar huis en komen Piet Heijn van Mechelen en Paul Malschaert aan boord om mee naar Engeland te varen.


maandag 6 juni 2016

De oversteek van St Maarten naar Horta, Faial, Azoren

Zaterdag 7 mei. Afgelopen nacht hebben we in de haven van Port Louis gelegen. Ik wilde graag volle accu’s hebben, dieseltank en jerrycans vol, als ook de watertank vullen. Bovendien kunnen we dan onze jelly leeglaten lopen, met zoet water afspoelen, opvouwen en opbergen. En ik wilde Thomas en Mattijn het zeeanker laten zien. Een anker dat je in geval van heel zwaar weer overboord “gooit”. Het is een enorme lange lijn met allemaal kleine “parachutes” die moeten remmen. Ook hangt er een zware ketting aan, dit alles om het schip dan “rustig” de golven af te laten rijden. Gelukkig hebben we het niet nodig gehad.

Zee anker op de steiger. ca. 60 meter lang.


Ook konden we nog even douchen. Want wanneer zou de volgende keer zijn? Op de Azoren waarschijnlijk. Om 09.30 losgegooid en op naar buiten. De andere schepen (Sailaway, September Blue, Double Dutch, Lovis en Thorang La) waarmee we zullen vertrekken zijn ook druk bezig met anker op te halen, zeil te hijsen en 1 of 2 riffen te steken, het waait 25 knopen. Niet echt lekker voor het begin. Mattijn, is al direct wat gammel. We zeilen aan de wind tussen St Maarten en Anguilla naar het Noord Oosten. Het is weer even inslingeren voor iedereen en zeker voor Thomas en Mattijn. Ondertussen maakt er achter aan de spiegel of de Aries of de hydrogen een vreselijk geluid of er iets aan loopt. Ik vertrouw het niet en ga het goed bekijken en ja hoor. Het is de hydrogen weer. De schacht is verbogen boven het stuk dat is versterkt en gerepareerd in Gambia. Het kan de (zijwaartse) krachten van de golven kennelijk niet aan. Ik heb het er helemaal mee gehad, in slecht Nederlands. Ik haal hem met Thomas binnen en demonteer het, haal alles uit elkaar. Binden de schacht aan dek, haal de schroef er af, die gaat naar binnen en de hydrogen zelf ligt in het achteronder. Klaar uit!!

De wind varieert nogal de eerste dagen, rif er in en er weer uit en het tweede rif erin en er weer uit en …. Het regent. Sinds maanden moet ik mijn “oliebroek” aan doen. Dus bermuda met oliebroek en jas en blote voeten, het is een grappige combinatie. Het zeewater is overigens nog steeds 27,5 graad. We hebben contact met de anderen en het blijkt dat er op ieder schip wel een of meer mensen zeeziek zijn. Zo ook bij mij aan boord. Ik ben de enige die nergens last van heeft. Ondertussen varen we een record 24uurs afstand, 155 mijl, dat is nog nooit eerder vertoond.

Inmiddels heb ik ook mijn fleece bodywarmer te voorschijn gehaald, het wordt frisser en het waait stevig, 20/25 knopen met uitschieters naar 30 knopen. Maar we varen met ruime wind, dus hard gaan we. Het is ’s nachts aarde donker, er is nog geen maan.  Je kan het voordek niet zien, zo donker is het. Ik moet in dit soort donkere nachten vaak denken aan die dappere zeelui van vroeger, toen men nog dacht dat de aarde plat was. Omdat ook zij van die donkere nachten hadden, hebben ze vast vaak gedacht dat ze misschien vannacht van de aarde af zouden vallen.

Vanwege het overvliegende water moeten we bijna alles dicht doen, luiken en raampjes, gaat in eens midden in de nacht het gasalarm af. Er staat niets te koken op het fornuis, het is gewoon te muf binnen. De enige oplossing op dit moment is het alarm uit te schakelen, want er kan echt niets open gezet worden.  Beetje onhandig is dat als je het “middengedeelte” van het schip uitschakelt dat dan ook de wc donker is, nu ja.

In deze nacht blijkt weer dat de paal waar “zoef” de windgenerator op staat, scheef hangt, dat is ook niet de eerste keer. De ondersteunende palen, zijn eigenlijk te dun en de hoek is niet goed. We gaan overstag om de paal de “goede” kant op te laten hangen. Met vereende krachten maken we de bevestigingen voorzichtig los en proberen hem weer recht te krijgen. Het lukt bijna en voor de zekerheid zetten we een slangklem boven de aanhechting. Ik moet dat op de Azoren weer goed recht zetten, is nu onmogelijk, maar het lijkt zo wel te gaan.

Verder heeft de watermaker om de een of andere reden overdruk, dus hij gaat uit. Dan moet de decompressie kraan open en ja dan spuit er water uit, dat lekker door de bak waar de watermaker in staat,  rond klotst en inderdaad naar beneden siepelt op de matras en de opbergruimte onder de matras.  Oh wat heb ik hier toch de pest aan, zeker omdat je de matras niet kan laten drogen en het water is zout. Ook dat kan pas drogen op de Azoren, maar de matras is zout.

Na deze wat onstuimige nacht valt de wind vrijwel weg, 5 tot 8 knopen wind, het houdt niet over. We zetten de gennaker, maar daar waait het toch te weinig voor, dan maar het vistuig overboord. Mattijn en Thomas vissen, ik moedig hen aan en heb commentaar op hun manier van vissen. Ze vieren het vissnoer uit en gaan vervolgens wat anders doen, er hangt geen “alarm” aan het snoer, dus je weet ook niet of je beet hebt of niet. Ik vind het maar niets, maar hang er ook geen belletje aan oid. Ik plaag ze er alleen maar mee. In ieder geval leidt het niet tot het vangen van een vis, het aas wordt verandert, de zgn “rastaman” gaat nu aan de vislijn, die gaat het nu doen. Een lang verhaal kort, ik heb nu honderden mijlen gevaren en nog mijn oversteek bemanning heen als terug heeft kans gezien ook maar iets aan de haak te slaan. En ik had nog wel een visfileermes gekocht!



Het is 12 mei, we zijn 5 dagen onderweg en nog steeds ligt onze vloot redelijk bij elkaar, alleen de Lovis is ver weg gelopen, is ook een Dufour 40 performance, dus die moet ook wegvaren van ons. We hebben 2x per dag een afspraak om met onze vloot contact te hebben. We wisselen posities uit, de wind, de vaarplannen en vragen naar de visvangst, daar zijn wij natuurlijk vrij snel klaar mee. Ook meldt een ieder of hij dolfijnen en walvissen heeft gezien. Dolfijnen ziet iedereen wel, maar nog geen potvis of spermwhale gezien.




Op de Sailaway vaart een jong gezien met 2 kinderen, Luna van 7 en Mauro van 5. Zij moeten natuurlijk door hun ouders worden bezig gehouden, dwz ze moeten schoolwerk doen, en verder worden er films gekeken, geplakt, geknipt en gepuzzeld en vissen gevangen, zij wel. Op een moment kwam bij mij het idee op om een raadsel voor hen te verzinnen, dat hen lang zou bezig houden. Dat resulteerde er in, dat ik iedere dag, meestal tussen 11 en 12 hen opriep op kanaal 16 en Luna direct in de lucht kwam en zei hier Sailaway over naar 77, dat is een “kletskanaal”.  Het leidde tot veel vrolijkheid op de marifoon en de “grote kinderen” mochten alleen luisteren en niet voorzeggen. Mattijn kondigde als een ware radiorpesentatie de Radio Rinus Raadsel Rubriek aan en dan kwam ik aan het woord. We hebben het lang volgehouden, tot wij uiteindelijk te ver van de Sailaway verwijderd waren om via de marifoon contact te houden, de Thorang La heeft mijn rol toen overgenomen, tot het te slecht weer werd en we er geen tijd/ energie meer voor hadden. Zo kletsten we wat af op 77, dat gaf de nodige vrolijkheid die sommigen van ons af en toe wel konden gebruiken.


Terug naar 12 mei, geen wind, we besluiten te gaan zwemmen, zeilen naar beneden, zwemtrap overboord en te water. Nee niet allemaal tegelijk, er bleef steeds iemand aan boord. Het was prachtig blauw en helder water, de bodem lag 5000 meter onder ons, een raar idee. En lekker dat het was dat zwemmen en daarna hebben we in de kuip gedouched, wat een heerlijkheid.







We varen inmiddels op de motor het is totaal blak. Na 1,5 dag komt er weer wat wind, motor uit. Het waait nu 16 knopen , we lopen 6,4 knopen, ik ben niet ontevreden. Het zeewater is nu 25 graden, het is al 4 graden kouder dan in St Maarten en de rest van de Caribe. Na een week zeilen hebben we 873 mijl afgelegd. Het blijft een beetje sukkelen met de wind, gennaker erop en weer eraf. ’s Nachts varen we ineens weer in de stand “melkmeisje” of te wel grootzeil aan de ene kant, de fok op de boom aan de andere kant, de stand die we vrijwel de hele oversteek naar Suriname hebben gevaren. 

Melkmeisje

Op 17 mei zijn we halverwege, althans zo ongeveer, we hebben 1256 mijl gevaren, maar onze koerslijn is zeker geen directe lijn naar de Azoren. Er komt een flinke depressie aan en we varen min of meer pal oost om de depressie boven ons langs te laten lopen. We varen nog steeds min of meer met elkaar op, althans we hebben Kwik, Kwek en Kwak te weten; de Sailaway , Thorang La en Morning Glory varen gelijk op. Double Dutch zit westelijker en noordelijker, Lovis ver voor en September Blue is wat achterop geraakt. Ik ben erg verbaasd dat ik al die 40+ footers bijhoudt. Leuk.


Kwik, Kwek en Kwak 


18 mei Mattijn is jarig vandaag. Ik heb ’s nachts een slinger op gehangen en ’s ochtends bij de koffie is het tijd voor cadeautjes. Mattijn had van thuis een tas met cadeautjes meegekregen en ook wij hebben wat gekocht. Over kanaal 77 is hij toegezongen door de vloot om ons heen. Een bijzondere manier om je verjaardag te vieren. Bij de borrel een fles prosecco.








Het zeewater is nu afgekoeld tot 21,5 graad en er komt veel wind aan. Ik luister ’s avonds naar weerman Chris Parker, die een specifiek bericht uitzendt voor mensen die naar de Azoren varen. Ik heb een abonnement genomen op zijn weerbericht en dat betekent dat ik via de SSB, de korte golf radio, (een pracht cadeau wat ik van een grote virenden kring op mijn 60ste verjaardag heb gekregen) vragen kan stellen aan Chris, hij adviseert wat ik kan varen om de depressie te vermijden, althans dat proberen we. Ik deel dat weer met de vloot om me heen. Na het gesprek met Chris spreek ik met mijn zeilcollega’s over de volgend koers. Het is leuk om te doen en zo varen we met elkaar op. Eer is een Zweeds schip dat tegelijk met ons vertrok ook weer in ons kielzog gevaren. Zij vroegen waarom wij ineens Oost gingen varen ipv van NNO. Na de uitleg over de depressie wijzigden zij ook hun koers en zijn bij ons in de buurt gebleven tot aan de Azoren.  De Lovis die al zo ver voor lag hoorde ook van de wind die er aan kwam en zijn weer afgezakt naar het Zuiden om de depressie te missen en in eens verschenen zij ook weer op de AIS, dus ook zij gingen met ons mee.

Vrijdag 20 mei, een van de stuurlijnen van de windvaan, Arie, breekt, dus ik hangend over de spiegel fabriek er een nieuwe lijn in. Eerst een dun lijntje met 2 moeren er aan door de buis laten zakken en vervolgens de nieuwe lijn er aan vastgemaakt en er door heen getrokken. Voor de zekerheid heb ik later op de ochtend de andere lijn ook maar vervangen, ze zijn tenslotte even oud. Dat bleek een goede gedachte bleek later. 


Stuurlijntje vervangen



En opeens verschijnt ook Double Dutch op de AIS, ook zij kwamen naar “beneden” om de harde wind te vermijden. Hoe zuidelijker hoe minder wind, maar je wil ook niet te zuidelijk want dan werd na de depressie de koers naar de Azoren (hoog) aan de wind.

Ieder doet het op zijn eigen manier, maar er was wel veel overleg, over de ontvangen gribfiles en de weerkaart etc. Veel meteorologen in de vloot.

Zaterdag 21 mei, het gaat harder waaien, 1e rif om 05.45 uur om 09.00 uur het 2e rif en een half uur later zit ook het 3e rif er in.  En wat ik zelden doe, we rollen zelfs de fok wat in. 






Het is zeer buiig weer. We lopen wel lekker hard en zijn nog steeds bij de vloot. Lovis meldde zelfs dat “verdorie het kleinste bootje van de vloot voor aan ligt”. Dat vond ik wel leuk te horen. We lopen regelmatig 7,5 en soms bijna 9.0 knopen, op een ruime windse koers.


Zondagochtend rond 06.30 zou het front passeren en de wind naar het NW draaien, het waait 25/30 knopen en er komt een massief grijze lucht aan, daar komt de regen. Heel veel regen en pats draait de wind, we moeten gijpen en zijn net op tijd. De wind draait van 240 naar 340 graden. Alle hens aan dek. Het waait hard en het klettert enorm. Het leidde er wel toe dat we een nieuw record aantal mijlen afleggen in 24 uur 159 mijl.

Maandag neemt de wind wat af, 3e rif eruit, fok weer uitgerold, we lopen ruim 6/6,5 knoop. Ik zit aan de kaarten tafel en zie wat water over de vloer bij de kaartentafel lopen, ik had al wat water in de wc zien lopen, het klotst een beetje heen en weer. Het is zout, dus het komt van buiten, maar waar door het lekt?? Geen idee. Er komt zoveel water over dek, het gangboord staat bijna aldoor onder water, dus ja het verbaast me nu ook niet echt, maar vervelend is het wel. Ook blijkt het in mijn kooi te lekken, dat is vervelender, een nat bed wil je niet. Ondanks de wind, het gespring van het schip in de golven ga ik een brood bakken. Ik houd niet van het woord, maar het is vandaag wel een uitdaging. Het lukt uiteraard zou ik haast zeggen en we zijn blij met een verse boterham. De meeste verse groenten zijn op. We hebben het lang goed gehouden en weinig weggegooid, maar op een dag is het gewoon op. Blikken genoeg, waar Mattijn en/ of Thomas van alles van weten te maken. Goed je zou het thuis niet direct eten uit zo’n blik, maar aan boord is het prima. We eten altijd buiten, maar nu moeten we oppassen dat het eten niet van je boord waait. Wie een bord eten krijgt aangereikt eet het meteen op en hoeft niet op de anderen te wachten, want dan is het of weggewaaid, of afgekoeld.

We maken mooie voortgang, maar het is erg onrustig, het schip slingert en bonkt op de golven en er komt af en toe massief water over, de kuip staat soms behoorlijk vol met water. Dit is watersport!! Ook worden er hier en daar weer mensen zeeziek. Het zeewater koelt verder af het is nu maar 18,5 graden. We hebben ook meer kleren aan en sokken en laarzen en helaas de mijne blijken te lekken.

Flinke scheur
(Foto in de haven gemaakt)
Woensdag 25 mei, als het licht wordt zo rond 04.45 roept Thomas mij , hij ziet een scheur in de fok. Ik mijn kooi uit en ja niet zo’n kleine scheur ook. Geen keus hij moet eraf, die fok. Geen lekkere klus met al die wind, het zeil klappert bij het oprollen en scheurt nog iets verder in. Fok goed vastgebonden en de stormfok te voorschijn gehaald. Een kleine fok van zeer dik materiaal. Hij zit lekker ouderwets op leuvers, dat kan ook niet anders met een stormfok. Ik zet hem op het kotterstag en daar gaat ie omhoog. We hebben geluk dat we niet hoog aan de wind varen, maar met een knik in de schoot op Horta aan kunnen sturen. We varen al een tijdje op met de Lovis, de anderen zijn iets achter gebleven, maar met die stormfok, kunnen we niet meer mee met Lovis, die langzaam uitloopt. Met het 3e rif dat er weer inzit en de stormfok varen we toch nog zo’n 6,5 – 7 knopen, het waait dan ook behoorlijk hard 28 – 30 knopen met flinke uitschieters, dik de dertig in. Het schip vaart als de rook. In de loop van de avond komen er lichtjes in zicht, Horta wij komen er aan.

Op donderdag 26 mei rond 02.00 uur lopen we de haven van Horta binnen. We kunnen de jachthaven niet in, we moeten voor anker, helaas. Dat kostte nog even moeite, het is vol in de havenkom en de ankergrond is niet zo fijn en het is er diep. We steken 50 meter ketting en liggen vast. De fles(sen) wijn en de finish sigaren komen te voorschijn.



We hebben 18 dagen en 11 uur gevaren, 2503 mijl afgelegd. De grootste dagafstand was 159 mijl, de kleinste afstand was 81 mijl.

Tegen de vroege ochtend komen de Sailaway en Thorang La binnen, ’s middags komt Double Dutch en tenslotte vlak voor 1800 uur komt ook September Blue binnen. Het is haast niet te geloven, dat we met het groepje waar we mee zijn vertrokken binnen 24 uur allemaal binnen zijn. We gaan een paar uur slapen en praten ons met behulp van Rinus van de Thorang La en een smoes de haven in. We zijn blij om aan de wal te liggen, aan de stroom en lekker lopen op de wal en geen bootje opblazen. En wat is de douche heerlijk en fijn om je haren te wassen, weg al het zout. Om niet te spreken van schone kleren, die niet zout zijn.

Om 1930 uur gaan we met z’n allen uit eten. Grote biefstukken en veel flessen wijn en kannen bier verschijnen er op tafel. Het is zelfs zo dat we de tap hebben leeg gedronken, we gaan over op flesjes bier. Het wordt een heel gezellige avond, die we tenslotte afsluiten bij Café Sport, het beroemde zeilers café in Horta. Sommigen van ons hebben zelfs het café gesloten, dat heb ik niet meer meegemaakt. We waren toch wel behoorlijk moe na die pittige laatste dagen.




We slapen een gat in de dag mede omdat het schip zo stil lag, denk ik en beginnen aan de was, de schoonmaak en kopen vers brood en meer van dat soort dingen. We brengen onze 2 zakken met vuilnis weg en ik ga op zoek naar een zeilmaker.

De vuilnis is nog een paar woorden waard. Wat te doen met ons afval?
We gooiden alle natuurlijke afval, als aardappelschillen, bananenschillen, uienschillen, etensrestjes etc over boord, evenals papier zonder plastic coating. Blikjes niet en flessen wel. Na langdurige vergaderen hebben we besloten dat we de fles vulde met water en dan overboord zetten. Alle plastic verpakking spoelde we goed af ivm stank en ging in een grote vuilniszak die achter aan de zeerailing hing. We maakten alles zo plat mogelijk. Na de oversteek hadden we 1,5 vuilniszak vol. Het viel ons mee.

De tijd. We hadden tussen St Maarten en de Azoren 4 uur te overbruggen. We hebben de tijd aan ons zelf en met niemand rekening te houden. Alle praatafspraken via de marifoon of de ssb ging in GMT of wel UTC tijd, daar kan geen misverstand over bestaan. Ik heb aan boord een klok met de boordtijd en een klok met GMT. Wij hebben als het handiger werd met eten de klok vooruit gezet. Daar bedoel ik mee, dat ik wilde dat als de wacht van 20.00 uur begon, we hadden gegeten, de afwas was gedaan en alles was opgeruimd, bij daglicht. We hebben 2x de klok een uur vooruit gezet, de laatste 2 uren hebben we pas op de Azoren gedaan. Het was op de weg naar Suriname overigens van meer belang dan naar de Azoren omdat we richting Suriname natuurlijk naar het Westen stuurde en het dus steeds donkerder werd. Nu stuurden we naar het Noorden en later Noord Oosten, het werd dus sowieso lichter. In Suriname was het al om 1800 uur donker. Hier is het pas tegen 2100 uur donker. Dat vind ik overigens wel heel fijn dat het niet meer van 07.00 tot 18.00 donker is.

Na wat klussen aan boord werd het tijd om wat van Faial, het eiland te zien. We huren 2 scooters en touren in een dag het eiland rond. Het weer houdt niet over, maar we komen redelijk droog de dag door. We gaan met de NL groep, 16 man naar Pico, met de veerboot naar het eiland aan de overkant om te gaan “whale watchen”. Helaas zien we geen walvis.  Het waaide veel te hard, blijkt. 
Het wordt tijd dat Mattijn en Thomas op huis aan gaan, hun gezinnen wachten met smart op hun man en vader. Het weggaan van bemanning geeft mij altijd een dubbel gevoel. Ook nu heb ik heb het weer erg getroffen met mijn bemanning, als ze weg zijn is het leeg en stil aan boord en ook vind ik het fijn om even het schip weer voor mezelf te hebben voor Saskia komt.

Ik moet verder aan de “verbouwing” van het schip. De “zeestand” verandert dan weer in de “dagtochten stand”. Altijd weer een heel gedoe. Helaas ontdek ik dat er toch veel meer zout water binnen is gekomen, dan eerder gedacht. Een (beetje) vloekend en tierend ga ik aan de gang met schoonmaken. De matras stuurboord achter blijkt behoorlijk doorweekt. Ik leen een elektrisch kacheltje en zet de warme lucht kachel aan boord aan. Hij wil maar niet drogen. Tenslotte sjouw ik na drie dagen de matras aan dek en zet er de zoetwaterslang op en stamp een uur lang met mijn blote voeten op de matras in een poging het zoute water te verdrijven. Dan moet hij drogen, daar ben ik nu al 4, ja vier dagen mee bezig. Ik sjouw dat ding van binnen naar buiten als het waait en de zon schijnt, dan komt er weer een bui, matras weer naar binnen en dat al dagen lang. Ik krijg er bijna een slecht humeur van. Bovendien kan ik daardoor niet verder met opruimen, want in die kooi staan op die matras kratten met voorraden eten, die nog ruimschoots aanwezig zijn en andere spullen. Je weet tenslotte nooit wat er kan gebeuren onderweg. Stel je breekt je mast, dan doe je er zo maar 4 tot 6 weken over, dus er moet genoeg eten  mee. Gelukkig gebeurde dat niet, dus heb ik al vast blikvoer voor de laatste oversteek naar Engeland.

Ondertussen heb ik veel gezelligheid met andere zeilers hier. Van onze vloot zijn er nu 3 vertrokken richting andere eilanden en NL. Ik wacht op Saskia, die morgen komt. Ik kijk daar natuurlijk zeer naar uit. We gaan hier op Faial nog wat rondkijken en dan naar Sao Jorge en nog wat andere eilanden van de Azoren bezoeken.

De nieuwe avonturen komen in een volgend blog. En ook op mijn facebookpagina en die van Saskia natuurlijk.
Thomas Pollmann, (kijk ook op zijn fb pagina) maakte iedere dag op min of meer het zelfde uur met de zelfontspanner een foto van ons drieën. 




We moesten serieus kijken, dus niet lachen en dat was heel moeilijk!! Dit leidde op fb al vaak tot de vraag of we het wel naar onze zin hadden. Reken maar dat dat het geval was. Het was weer heerlijk.




Lekker lezen
 
Lekker sturen



Lekker zeilen

Wat is dit toch mooi!!

PS.de filmpjes zijn door Thomas gemaakt. Ik hoop dat ze goed overkomen.